Grondzaken en vastgoed
Bekendmaking voornemen verhuur snippergroen
“Didam”-arrest
De Hoge Raad heeft op 26 november 2021 het zogenaamde “Didam”-arrest gewezen. Dit arrest bevestigt dat gemeenten in Nederland bij een voorgenomen verhuur van grond transparant moeten handelen en mededingingsruimte moeten bieden.
Voorgenomen verhuur Snippergroen
De betreft de volgende percelen grond:
- locatie Oudenbosch, snippergroen grenzend aan Zoutlaan 48 (4731 MJ), perceel kadastraal bekend gemeente Oudenbosch, sectie C nummer 2758 (deels), groot ongeveer 15 m2;
Motivering
Volgens de beleidsnota uitgifte beleid openbaar groen gemeente Halderberge 2012, is de eigenaar van Zoutlaan 48 te Oudenbosch de enige serieuze gegadigde. Dit is de enige tuin waar dit perceel snippergroen aan grenst en is daarom de enige gegadigde.
Reactie
Indien een derde het niet eens is met de voorgenomen uitgifte van grond, dient hij binnen 20 kalenderdagen na de datum van deze publicatie een kort geding aanhangig te maken. Indien een derde gedurende deze periode geen kort geding aanhangig maakt, verwerkt deze de rechten om nadien op te komen tegen de uitgifte van grond en neemt de gemeente aan dat er geen andere gegadigden zijn.
(publicatiedatum 6 november 2024)
Voornemen tot verhuur van Dorpshuis De Steiger in Stampersgat
De gemeente Halderberge kondigt hierbij haar voornemen aan om dorpshuis De Steiger, gelegen aan de Havenstraat 4-6 te Stampersgat, te verhuren aan de Stichting Dorpshuisbeheer Stampersgat. Dit voornemen wordt gepubliceerd in het kader van de verplichtingen die voortvloeien uit het Didam-arrest van de Hoge Raad der Nederlanden, gewezen op 26 november 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1778). Uit dit arrest vloeit onder andere voort dat de gemeente een onroerende zaak openbaar te koop moet aanbieden, zodat iedere serieuze gegadigde kenbaar kan maken dat hij in aanmerking wenst te komen om een koopovereenkomst voor de betreffende onroerende zaak te sluiten met de gemeente. Uit rechtspraak volgt dat het Didam-arrest tevens van toepassing is bij verhuur van onroerende zaken door de overheid (ECLI:NL:RBMNE:2022:5402).
Motivering van de voorgenomen verhuur
De gemeente Halderberge is van oordeel dat Stichting Dorpshuisbeheer Stampersgat de enige serieuze gegadigde is voor de huur van dorpshuis De Steiger.
- De gemeente acht het van groot belang dat dorpshuis De Steiger door een partij zonder winstoogmerk, gedreven door vrijwilligers uit de gemeente Halderberge, wordt gehuurd en geëxploiteerd als dorpshuis. Stichting Dorpshuisbeheer Stampersgat wordt gedreven door enthousiaste vrijwilligers uit de kern Stampersgat. De stichting heeft de kennis, bereidheid en maatschappelijke betrokkenheid met het lokale verenigingsleven om De Steiger te exploiteren als dorpshuis.
- Bovendien heeft Stichting Dorpshuisbeheer De Steiger het pand al sinds 1996 in bruikleen. Gedurende deze periode heeft de stichting bewezen een betrouwbare en betrokken exploitant te zijn, die het dorpshuis met succes heeft geëxploiteerd ten behoeve van de lokale gemeenschap. Deze langdurige relatie onderstreept de continuïteit en stabiliteit die de stichting biedt, wat van groot belang is voor het behoud van de maatschappelijke functie van het dorpshuis.
- Met Stichting Dorpshuisbeheer De Steiger wordt ook intensief samengewerkt aan de renovatie en uitbreiding van het dorpshuis. Dankzij deze inzet is de stichting optimaal voorbereid om het gebouw na de renovatie effectief te exploiteren.
Mogelijkheid tot bezwaar
Indien een derde het niet eens is met de voorgenomen verhuur, dient hij binnen 20 kalenderdagen na de datum van deze publicatie een kort geding aanhangig te maken. Indien een derde gedurende deze periode geen kort geding aanhangig maakt, verwerkt deze de rechten om nadien op te komen tegen de verhuur en neemt de gemeente aan dat er geen andere serieuze gegadigden zijn. De gemeente Halderberge en Stichting Dorpshuisbeheer Stampersgat zouden onevenredig in hun belangen worden benadeeld indien pas na ommekomst van deze (duidelijk kenbaar gemaakte) termijn alsnog tegen de voorgenomen verhuur zou worden opgekomen. Deze termijn moet tevens worden beschouwd als vervaltermijn als bedoeld in artikel 3:55, lid 2 BW.
(gepubliceerd op 1 november 2024)